Kamerverhuurder ‘faciliteert’ geen mensenhandel
Nationaal rapporteur slaat wild om zich heen
Achterdam Alkmaar, 2014
Nationaal rapporteur mensenhandel Corinne Dettmeijer slaat wild zich om zich heen. Nu het haar en de opsporingsinstanties blijkbaar niet lukt om de mensenhandelaren voor de rechter te slepen, moeten de kamerverhuurders het ontgelden.
Dat zegt Frans Snel, al ruim 30 jaar kamerverhuurder op de Achterdam in Alkmaar. Hij werkt volgens de steeds verder aangescherpte regels in de prostitutie, heeft geen strafblad en maakt resoluut een einde aan elke bedreiging voor zijn exploitatievergunning.
“Ik stap naar de politie bij het geringste vermoeden dat een meisje dat een kamer bij me wil huren, moet werken voor een mensenhandelaar. Ze krijgt bij mij geen poot aan de grond en voor mij mogen ze al die gasten, die deze vrouwen uitbuiten, jarenlang opsluiten”, aldus Snel. Die daaraan toevoegt: “Helaas blijkt soms achteraf dat een prostituee toch te maken heeft met een pooier die haar mishandelt en al haar geld afpakt. Maar dat kun je mij als verhuurder niet verwijten.”
Omdat hij altijd netjes binnen de lijnen is gebleven, voelt hij zich vreselijk in zijn goede naam en eer aangetast door oud-kinderrechter Dettmeijer. De nationaal rapporteur probeert in een onlangs gepubliceerd rapport ‘te redden wat er te redden valt’ in haar strijd tegen wat zij de moderne slavernij noemt.
Dettmeijer moet eerst constateren dat politie, marechaussee en inspectie sociale zaken en werkgelegenheid de meeste mensenhandelaren en criminele organisaties niet aanpakken (geen nieuws). Dus stelt ze voor ‘om het mensenhandelproces daadwerkelijk te frustreren door àlle schakels aan te pakken. Dus ook legale organisaties die de mensenhandel faciliteren, zoals kamerverhuurders’.
Dat ze daaraan toevoegt ‘indien het gaat om opzettelijk faciliteren’, is slechts bedoeld om de pil te vergulden. Want of dat faciliteren bewust of toch onbewust gebeurt, moet eerst worden uitgezocht. Zo’n onderzoek ligt meteen op straat en plaatst de kamerverhuurder in een slecht daglicht in de media. Die er tot nu toe blijk van hebben gegeven alles wat Dettmeijer zegt, voor zoete koek te slikken.
“Dettmeijer geeft de Alkmaarse burgemeester Piet Bruinooge zo ook een knuppel in handen, om mij te slaan. Want in Bruinooges heilige oorlog tegen de prostitutie is elk middel er eentje. Dus stuurt hij wat ambtenaren op me af, om te zien of ik toch niet bewust verhuur ‘aan criminelen’. Onschuldig tot het tegendeel is bewezen? In Nederland, in deze stad? Laat me niet lachen.”
“De rapporteur begaat bovendien een doodzonde door mijn branche te vergelijken met de hotellerie. Hotels die kamers ‘verhuren’ aan prostituees, zijn illegaal. Kamerverhuurders zijn legale ondernemers.” Frans Snel hoopt dat het gezonde verstand zal zegevieren, al heeft hij zijn twijfels.
“Maar mocht men blijven dwalen, kan ik ze nog wel een stel faciliteerders noemen. De gemeente, die de prostituee inschrijft in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en daarmee een legale status geeft. De kamer van koophandel, waar een prostituee zich moeiteloos kan inschrijven als zelfstandig ondernemer in de seksindustrie. De belastingdienst, die haar een burgerservicenummer verstrekt. De IND, waar ze een werkvergunning krijgt.”
“Pas als de dames al die bovengenoemde papieren hebben, krijgen ze een kamer van mij en mijn collega’s. Dus Dettmeijer, houd op een zondebok te zoeken. Zorg er nu eindelijk eens voor dat al die mensenhandelaren die hier blijkbaar zijn, worden aangepakt en laat fatsoenlijke ondernemers als mij met rust.”